15. De drie vragen: geloof in de profeten en boodschappers

De profeten en boodschappers zijn:

Degene die de profeten aanbidt, getuigt eigenlijk niet dat zij:

De bewijzen waardoor de profeetschap van een ware profeet duidelijk wordt en een verschil maakt tussen hem en een valse profeet, noemt:

We getuigen dat de profeten:

De eerste boodschapper is:

De zegel van de profeten is:

Elke persoon die beweert een profeet of een boodschapper te zijn na onze profee Moehammad, is een:

Het beweren dat de openbaring kan neergezonden worden op iemand na de dood van onze profeet is:

De profeetschap wordt gekregen door de gunst en de keuze van Allaah:

Het is verplicht om te geloven dat alle profeten waarachtig, rechtgeleid, anderen leidend en beschermd tegen fouten zijn:

Wie één profeet verloochent, verloochent hen allemaal, omdat dit verloochening van degene die hen zendt omvat, en dat is Allaah:

Sommige profeten zijn beter dan de andere, en de besten zijn “oeloel-‘azm” (de bezitters van standvastigheid)

Oeloem-‘azm zijn:

Wij geven de profeten niet een hogere status dan dat Allaah hen heeft gegeven